Verschillen tussen APS en TENS

APS Therapie en TENS werken allebei met stroom en hebben beide met pijnbestrijding te maken maar daar houdt het vergelijk op.

De onderstaande tabel geeft een goed overzicht van de verschillen:


 

Golfvorm:

 

 

 

 

 

 

APS:

Lichaamseigen impuls. Een exacte imitatie van de signalen waarmee het lichaam zelf haar boodschappen doorgeeft aan het centraal zenuwstelsel en het c.z. aan weefsel en organen. Mono-fasisch = gelijkstroom. Stroomsterkte in micro-ampère = MET ( Micro Electro Therapie)

TENS:

Golf in zijn meest gangbare vorm. Bi-fasisch = wisselstroom.

 


Effect:

  APS bevordert:

. Pijnstilling

. Ontstekingsremming

. Energie

TENS zorgt alleen voor een tijdelijke pijnblokkering.


 

Hoe werkt het? 

 

Bij APS wordt het celmembraan juist extra gestimuleerd om actiepotentialen te geleiden. opdat in het lichaam bepaalde biochemische processen voor herstel en pijnvermindering in gang worden gezet en extra worden ondersteund.

 

TENS is gebaseerd op de Gate-Control theorie. D.w.z. TENS bewerkt door middel van 'overprikkeling'van de gevoelszenuwen een blokkade van de pijn. Het membraan van de zenuwcel wordt 'vastgezet', waardoor de pijnprikkel de hersenen niet meer kan bereiken.


 

Effect op bio-

che-

mische

processen in het lichaam :

 

APS bevordert de productie van ATP = adenosine trifosfaat fors ( 500 % - 800% ). ATP speelt een hele belangrijke rol in de energie huishouding van het lichaam. Bovendien is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat onder invloed van APS veel meer pijnstillende stoffen, zoals bèta-endorfine en leucine-enkefaline in het lichaam worden vrijgemaakt.

 

TENS reduceert het ATP gehalte sterk. Door de hoge stroom wordt energie onttrokken aan het lichaam.

 


 

Dosering: 

 

Bij APS ziet men dat, als het beter gaat,  men de stroomsterkte zelfs minder hoog opgedraaid hoeft te worden voordat men iets voelt. Het lichaam geeft zo zelf aan dat het aan een mindere prikkel voldoende heeft om het positieve effect te onderhouden.

 

Tijdens een TENS behandeling moet men de stroomsterkte steeds hoger draaien omdat er gewenning optreedt. Dit moet overigens ook om een blokkade van de pijn te bereiken. Maar dat betekent ook dat u steeds meer nodig heeft om minder pijn te ervaren.


 

Waar

neming:

 

 

Bij APS mag u hooguit een lichte tinteling of prikkeling voelen; daarna wordt de stroomsterkte teruggedraaid tot u niets meer voelt.

 

Bij TENS kan de prikkelsensatie als onprettig of zelfs pijnlijk ervaren worden.


 

Plaatsing: 

 

Het specifiek behandelen van de pijnplek is met APS niet altijd noodzakelijk.

 

TENS is alleen lokaal toe te passen.